Lac De St. Cassien - April 1998

Lac De St. Cassien - April 1998

In april in het jaar 1998 was het dan eindelijk zover, na maanden van voorbereiden stapten we eindelijk vol goede moed in Hendrik zijn felrode Kadett station met daarachter een klein afgeladen aanhangertje. Onderweg kwamen we tal van mooie wateren tegen en vele kilometers zwart asfalt. Eigenlijk waren we met zijn drieen, ikzelf Hendrik en mijn 1 jaar jonge malteser leeuw(tje). Na een aantal malen gerust te hebben kwamen we eindelijk aan bij Chez Pierre waar we onze vergunning moesten gaan halen om te kunnen vissen op Lac du st. Cassien.
De Opel werd geparkeerd op het parkeerterrein en de spullen werden uitgeladen. Ik wist niet dat een mens zoveel rommel met zich mee kon slepen, en het mooiste was dat dat ook nog allemaal vervoerd moest gaan worden over het water. We hadden de Zodiac bij met daarop een Minn Kota en een Russisch commando bootje dat we gebruikte als volgboot c.q. container schip. Na een aantal minuten varen kwamen we de eerste stekken al tegen en je raad het natuurlijk al, de stekken waren reeds voorzien van bivvy 4 hengels en karpervissers en dus bezet. Wat ons gigantisch aansprak was die mooie brug, maar ook daar dachten meer mensen hetzelfde over. Maar goed in onze voorbereidingen hadden we onze zinnen gezet op de west-arm, omdat we van mening waren dat daar de meeste vis moest zitten omdat we midden in de paaitijd zaten.

 Of ze zouden het paaigebied ingaan of ze moesten eruit komen was onze conclusie, en na een tijdje gevaren te hebben kwamen we de eerste vrije stek tegen. Niet de makkelijkste maar de op een na laatste stek voor het paaigebied en schuin tegenover Rocher American. We konden niet wachten om hier ons tentenkamp op te slaan en begonnen ijverig onze vrachtschepen uit te laden. Na een tijdje stond alles dan ook als een snaar en kon er begonnen worden met het bepalen van de strategie. Ik besloot om de stekken te bevissen die het kortste bij waren en Hendrik zou de verre plekken bevissen, waarna de witte markers tevoorschijn kwamen die we op die plaatsen zouden dumpen die we besproken hadden. Na een uurtje of anderhalf hadden we alles voor elkaar en lag alles waar we het wilde hebben en was het dan ook tijd voor een heerlijk bakkie Hollandse koffie. Onder het genot hiervan keken we eens rustig rond genietend van de omgeving en de daarbij behorende rust. Een paar keer hadden we al naar links gekeken naar de laatste stek voor het paaigebied die na wat later bleek bevist werd door een Engelsman. Ook tegenover deze stek zaten enkele Engelse karpervissers die meer bezig waren met het ontdoppen van bierflessen dan met vissen. Na twee dagen hadden we welgeteld nog niets noemenswaardigs gevangen of je moet van brasems houden, en toen we de volgende ochtend wakker werden zagen we tot onze stomme verbazing dat onze engelse vriend links van ons op die mooie stek zijn spullen aan het opruimen was. We keken elkaar aan en dachten waarschijnlijk op dat moment allebei hetzelfde, keken elkaar nog een keer aan en besloten om die stek te gaan veroveren, we zouden tenslotte nog 7 dagen blijven. Toen hij vertrokken was met zijn bootje richting Rocher American waar nog enkele Engelse vrienden zaten pakte we onze spullen weer in en vertrokken met onze bootjes richting de eerste stek voor het paaigebied.

Onze vrienden aan de overkant waren hier blijkbaar niet erg gelukkig mee, en toonden hun ongenoegen hierover. Even later  kwam er een bootje aan met daarin de Engelsman die even daarvoor was vertrokken van deze stek. Je kon aan zijn gedrag zien dat wat hij van plan was niet veel goeds voorspelde, waarop Hendrik een rvs steun uit zijn tas tevoorschijn haalde voor het geval dat... Eenmaal op de kant gekomen kwam er een hoop dreigende taal uit die kale reus tot we hem vertelde dat we uit Nederland kwamen. Opeens werd het gesprek veel rustiger en na wat uitleg van Engelse zijde bleek dat zij zo gepikeerd waren omdat ze dachten dat we Duitsers waren, en Duitsers waren degen die de laatste stek het laatste jaar constant bezet hadden gehouden zodat er geen enkele andere nationaliteit op kon,en aangezien onze Engelse vriend vistrips organiseerde naar het Franse mekka, werd ons opeens een hoop duidelijk. Na nog wat op ons beste engels gebabbeld te hebben stapte hij weer in zijn boot en vertrok weer richting American. Eindelijk konden we nu van de stek en onze welverdiende rust gaan genieten, waar niet alleen Hendrik en ik zo over dachten, mijn hond blijkbaar ook.
Ik ging nu richting het paaigebied vissen en Hendrik zou de eerste twee stekken gaan bevissen die ik op de oude stek bevist had en dan ook nog de twee verre stekken waar onze markers nog steeds lagen, toen alles op zijn plaats lag was het tijd om een lekker frietje te bakken van heerlijke Hollandse aardappelen met daarop een klodder Remia. Later die avond kwamen er Italiaanse geluiden vanuit de stek waar we eerst zaten aan de rechtse kant van ons, we hadden er buren bij gekregen. Toen de duisternis inviel zagen we tot onze stomme verbazing dat die Italianen met hun boot naar onze markers roeiden, daar hun lood lieten zakken en er ook nog eens een aantal kilo’s voer overheen gooide, waarna bij Hendrik de stoppen doorsloegen na het gebeuren van die middag. Hij stapte in de Zodiac en ging richting de Italianen waarna ik nog net kon zien dat hij meerdere toppen vastpakte met zijn ene hand en dat hij een mes had in zijn andere hand om hun lijnen door te snijden.
Er volgde even een preek wat leek op iets wat ik vroeger ook hoorde alleen was dat in mijn diensttijd, waarna de Italianen toch maar besloten om eieren voor hun geld te kiezen en hun hengels toch maar op een andere stek te dumpen. Na een tijdje was de rust wedergekeerd en konden we gaan genieten van onze nacht rust. We kletsten nog even over het geen wat gebeurd was en kropen in onze slaapzakken en de hond dacht er hetzelfde over en kroop er ook in. De volgende ochtend ging Hendrik al vroeg op pad om eens een kijkje te gaan nemen in het paaigebied, de rest van de dag konden we genieten van het goede weer en daar bleef het ook bij, geen vis dus. Het was nu woensdag en we zaten op de helft van onze visvakantie, het was half zeven in de ochtend en de zon kwam op en omdat het die nacht bijzonder koud was geweest hing er een dikke laag mist over het water, zo mooi hadden we het nog niet gezien.

Deze nacht had de eerste vis zich aangemeld en was een schub van 12 pond, niet echt waar je voor naar Frankrijk ging maar goed het was er een. We zaten lekker te kletsen toen er zowaar een micron begon te gillen vanuit de rechtse hoek,waar Hendrik zijn hengels stonden. We sprongen in de zodiac en gingen het water op waarna Hendrik de vis aansloeg, er volgde een kleine stilte over het water en zelden heb ik een hengel zo krom zien staan, het leek wel of er een zak cement aan hing. Tegenover ons was er inmiddels een Belg komen buurten bij de Engelsen die daar inmiddels aan het opruimen waren.Na een behoorlijke strijd tussen mens en dier zag ik eindelijk een schim van de vis die ons al zo lang bezig gehouden had, en maakte me klaar om deze kolos veilig te landen in het schepnet. Eenmaal geschept konden we onze ogen niet geloven en tilde de vis in de zodiac, de Engelse collega’s zagen dit ook, pakten hun gear en vertrokken zonder een spier te vertrekken. Achteraf hoorden we dat ze bijna twee weken hadden zitten blanken, en konden dit waarschijnlijk niet meer aanzien. Eenmaal aan de kant gekomen konden we haast niet wachten om de weegzak met deze kolos aan de weegklok te hangen die al een paar dagen in de boom hing. Onze hoop werd bevestigd, een prachtige spiegel die de naald van de klok op 27 kilo en 4 ons zette. Na wat mooie foto’s te hebben gemaakt en een stukje gefilmd te hebben wisten we het zeker, de spiegel had een naam zoals zovele vissen op Cassien, het was ‘’het wrattenzwijn’’ herkenbaar aan de vele grote bulten op kop lijf en staart.
.Zelf kon ik de verleiding niet weerstaan om ook met dit pracht exemplaar op  het eeuwige plaatje te gaan, omdat je zoiets waarschijnlijk maar een keer in je leven meemaakt. Nadat de vis werd teruggezet was het tijd om alles nog eens te overdenken, en deden dit onder het genot van een heerlijk blikje Heineken en een sigaretje en konden niet wachten om alles wat we die morgen hadden meegemaakt via de gsm te melden in Nederland. Later in de middag werden we opgeschrikt door drie enorme blusvliegtuigen die ontzettend laag over kwamen vliegen om water te halen in de noord arm, wat daar blijkbaar de normaalste zaak van de wereld is. Een maaltijd werd nog genuttigd en we besloten om ons hotelletje maar weer eens op te zoeken om daar een lekker dutje te gaan doen, waarna we niet meer wakker werden totdat het s’nachts ineens begon te spoelen.

En met spoelen bedoel ik ook echt spoelen, het regende de hele nacht en de daarop volgende dag en moesten hierdoor ons onderkomen twee keer achteruit verplaatsen omdat anders het water tot in de tent zou hebben gestaan. We konden niet verder achteruit en de neus van de zodiac drukte al tegen de tent aan, het had niet gekker moeten worden. Tussen de buien door ving ik er zelf ook nog twee, een spiegel van 18 pond en een klein spiegeltje van 13 pond.

In middels had de Belg genaamd David de stek van de Engelse betrokken en begon goed te vangen, omdat hij daar alleen zat besloot ik naar de overkant te varen om wat foto’s te maken van zijn gevangen vis, terwijl hij de bewaarzak uit het water tilde begon zijn andere optonic te gillen, ik twijfelde geen minuut pakte zijn hengel en sloeg aan, helaas met een verspeelde vis tot resultaat. De laatste dag besloot ik om eens samen te gaan pennen met onze Belgische vriend, maar dit duurde niet lang, weer kwam er een gillend geluid uit de richting van de Belgische stek. Ik aarzelde geen moment en draaide de minn kota op volle gas voorruit richting zijn stek. Toen we een meter of twee daar vandaan waren kon hij niet meer wachten en sprong in het water met de gedachte dat hij hier waarschijnlijk al kon staan maar had beter nog even kunnen blijven zitten,
hij ging kopje onder en kwam weer boven en wist nu ook hoe diep het hier was, waarna ik het bijna in mijn broek deed van het lachen. De vis werd gedrild en bracht de weegschaal op 17 kg, en we waren getuigen van weer een heel mooie spiegel.
Later die dag besloten we om de boel te gaan te gaan inpakken en te vertrekken richting parkeerplaats. Na een minuut varen bleek dat de accu’s zover leeg waren dat we de parkeerplaats niet meer zouden halen en we besloten om dan maar naar de overkant te varen waar onze Belgische vriend zat, en na wat babbelen en hem een onthakingsmat geleend te hebben die hij zelf niet bij had konden we gaan beginnen aan een steile klim naar boven van ongeveer 100 meter dit alles bij een temperatuur van 20 graden. Zelden hebben we zo afgezien als toen, nadat we alles uit de twee boten te voet naar boven hadden getransporteerd.  Om zes uur die avond besloten we om te vertrekken richting Nederland, en na nog wat stekken te hebben gezien ging het voetje omlaag en begonnen we aan onze terugreis.

Onderweg hebben we nog veel lol gehad en nagepraat over wat er die week allemaal over ons heen gekomen was, totdat s’avonds de lampen van de Opel steeds zwakker begonnen te branden en we steeds minder konden zien, we keken elkaar aan en zeiden dit zal toch niet waar zijn zeker. We zijn toen een parkeerplaats opgereden en hebben de motorkap opengetrokken waarna Hendrik al snel gezien had wat het euvel was, een losse draad op de dynamo was de dader en na deze gerepareerd te hebben stapten we weer in de auto en reden weer door en ditmaal met licht. S’nachts ben ik in slaap gevallen en werd de volgende ochtend wakker op een parkeerplaats in België met een slapende Hendrik in de stoel naast me. Later vertelde hij dat hij zo vermoeid was dat hij de Kadett noodgedwongen aan de kant moest zetten om ongelukken te vermijden. In Vlijmen aangekomen praatten we nog even na en vertrok ik richting Bergen op zoom. Voor mij en Hendrik was dit een buitenlands avontuur om niet snel te vergeten.

Paul Scherpenborg.

Share